Friday, March 17, 2006

Internet and society : audio interview (NL)

March 1st, 2006 the national radiostation Klara had me on their noon show 'Alinea' for a chat with Werner Trio about the internet and contemporary society.
Clicking the link below will take you straight to an info page and a direct stream of the full program. In Dutch.

Linked with the kind permission of Alinea's producers at www.klara.be

Info and audiostream here

Wednesday, March 15, 2006

New Media in Belgium : interview in Etcetera (part 2)(NL)

and here is part 2 of the same interview :

En daar zijn geen uitzonderingen op?
De Pauw: In het artistieke milieu zijn er enkele individuen die de massa overstijgen. Maar hun artistieke inhoud wortelt dan weer zeer sterk in de jaren zestig. In het beste geval duiken er verwijzingen op naar Cage, actionpainting, op- en popart. Pas op, die mensen kunnen me in extase brengen. Maar dat ligt veeleer aan mij dan aan de kwaliteiten van het werk zelf. De evolutie van de nieuwe mediakunstenaar is overigens vaak minimaal. Wanneer ik jaren na datum een 'work in progress' opnieuw zie, is er vaak bitter weinig veranderd. Vaak beperkte de artiest zich bij een ander schermkleurtje voor zijn presentatie; een ander decor voor dezelfde inhoud. De mogelijkheden die hedendaagse software en het internet bieden zijn zondermeer fascinerend. Maar het stoot me tegen de borst dat er horden artiesten circuleren die het begrijpen, beheersen of omvormen van een softwarepakket als een kunstwerk op zich presenteren. Ook het feit dat een database openstaat op het net wordt op nieuwe mediafestivals (zoalsTransmediale (Berlijn), Ars Electronica (Linz) of DEAF (Rotterdam), IS) als een kunstwerk gepresenteerd. Het werk zou de technische gimmick kunnen en moeten overstijgen, maar inhoud is er helaas vaak niet.
de la Casinière: Ik ben het daar mee eens, maar wil dat nuanceren.Misschien zien we het beide verkeerd. De grote poëten van vandaag zijn misschien wel de ontwikkelaars en programmeurs van software. In ieder geval distantiëren ze zich technisch gesproken van ons, de passieve gebruikers. Opnieuw: we bevinden ons in een vreemd tijdsgewricht dat tot ongemak en tot artistieke ontevredenheid leidt. We hebben vooral veel geduld nodig.
De Pauw: Die programmeurs situeren zich vooral in de privésector. In de gemeenschap vind ik het gebruik van technologie veel interessanter dan in de kunsten. Het is voor iedereen heel normaal dat we dagelijks de nieuwe media gebruiken. Ook het onderzoek binnen de industrie gaat veel sneller dan dat van de artiesten. De nieuwe wereld waarover de artiesten nog steeds praten, ligt al meer dan vijf jaar achter ons.

Kan de privésector een infuus bieden aan de artiesten door hen bijvoorbeeldfinancieel te ondersteunen?
De Pauw: Sponsoring voor artiesten vanuit de industrie zoals dat het geval was als in de tijd van de televisie, vindt niet plaats. De industrie is veeleer geïnteresseerd om netwerken op te zetten in weinig bedekte gebieden zoals Afrika dan in wat er op artistiek vlak gebeurt. Voor commerciële projecten, genre technoparty met projecties, interactieve snufjes en robots, kan je dan weer wel sponsors scoren. Subsidies zijn interessanter voor artiesten. In België kunnen ze ondersteuning vinden bij diverse organisaties zoals in Vlaanderen bij het Vlaams Audiovisueel Fonds en bij het Experimenteel Jeugdwerk. Met die verschillende kleine giften kunnen ze een budget bij elkaar scharrelen.

Heeft België nood aan een overkoepelend initiatief voor nieuwe mediakunsten?
De Pauw: Liever niet. Instituten zoals het Zentrum für Kunst und Medientechnologie in Karlsruhe monopoliseren zowel de productie als het discours. Maar voor de ondersteuning van de Belgische artiesten zou het wellicht praktischer zijn.
de la Casinière: We bevinden ons op een paar uur van Londen, Parijs en Amsterdam. Ik vind niet dat we een gelijkwaardige kunsttempel nodig hebben.

Tot slot. Wat vinden jullie van de nieuwe media-experimenten in de podiumkunsten?
De Pauw: Misschien volg ik dat te weinig om daarover een uitspraak te doen, maar in mijn ogen wordt er vooral functioneel mee omgegaan. Het komt neer op extensies van het lichaam: met sensoren, wireless technology enzovoort worden de functies ervan vermenigvuldigd.
de la Casinière: Performers gebruiken die technieken en geven er metaforische invullingen aan.
De Pauw: Dat heb ik zelden gezien. Vaak vervangt de technologie de klassieke licht- en geluidstechnicus. Dat biedt de danser meer controle overde techniek, het schenkt hem autarkie.
de la Casinière: Als het op nieuwe media aankomt, lijk ik wel van een andere planeet te komen. En hoewel ik in mijn eigen werk zelfs geen video meer gebruik ­- ik produceer vandaag manuscripten zoals in de middeleeuwen - ­acht ik het mogelijk er ooit zelf mee te gaan werken. Het blijft mij persoonlijk fascineren hoe snel de technologie vooruit gaat.

Bio's : Jan De Pauw (°1966) maakt deel uit van een internationaal netwerk dat naar de naam Dorkbot luistert. Varend onder de titel "people doing strange things with electricity", doet het netwerk onderzoek naar de inzetbaarheid voor de nieuwe media binnen de kunsten en de verbanden die er bestaan tussenkunst, wetenschap en de privésector. De op dit moment 25 met elkaarverbonden organisaties zijn over de wereld verspreid ­ onder meer in NewYork, Linz, Melbourne, Mumbai, Barcelona, Mexico City en Tokyo ­ en leggen elk hun eigen accenten. Voor Jan de Pauw, die in het GentseNieuwpoorttheater/ De Visserij maandelijks een Dorkbot organiseert, ligt dat accent op vertoon. Maandelijks treden verschillende lokale, nationale en internationale artiesten aan om hun werk te presenteren. Ruimte voor discours reserveert hij ook: met elke aflevering treedt een criticus, professor, kunstenaar of andere specialist ter zake aan om een in het veld relevant onderwerp (tactiele media, interactiviteit) uit te spitten. Dorkbot is niet gecureerd, eerder wil De Pauw aan 'mapping' doen en de kunstenaars een podium bieden. Daarnaast doceert de cultuurfilosoof De Pauw cultuurgeschiedenis en nieuwe media aan het Brusselse R.I.T.S. en is bij radio Klara als criticus actief.
Joëlle de La Casinière (°1944) woont teruggetrokken op een woonboot die zich op een rivier temidden in een bos in het Waalse Beloeil bevindt. In de jaren tachtig maakte ze een reeks revolutionaire videowerken voor de Belgische(RTBF) en Franse televisie (FR3) die verschillende vectoren van het medium deconstrueerden. In haar ironische werken reflecteerde ze over de beeldtaal van de televisie en de sociale implicaties van dat medium. Daarvoor wendde ze alle state of the art technieken van indertijd aan. Video, computer met diens mogelijkheden naar digitale montage en elektronische muziek toe en andere 'nieuwe media' van weleer werden uitgebuit en onderzocht. Samen met het door haar opgerichte Montfaucon Research Center, een netwerk van kunstenaars uit verschillende disciplines, leverde de la Casinière 'Gesamtkunstwerken' die verschillende beeldlagen, muziek, gesproken, geschreven en gezongen taal op een theatrale manier ­alle semiotische systemen die televisie gebruikte ­ combineerden. Vandaag houdt ze zich voornamelijk bezig met werken op papier ­ grafiek, tekeningen en manuscripten. De in Frankrijk geboren 'plastische poëte' wendt de huidige nieuwe media aan "om zich met de wereld te verbinden zonder daarbij eenverkoudheid op te lopen".

www.argosarts.org/catalogue.do?bio=82

New Media in Belgium : interview in Etcetera (part 1)(NL)

This is a reprint of the interview I did, together with Joëlle de la Casinière, for the Flemish magazine Etcetera in March last year. Thanks to the author Ive Stevenheydens, Argos Arts and Etcetera :

http://www.e-tcetera.be/

Etcetera vroeg de iets oudere, vrouwelijke en Franstalige Joëlle de la Casinière en de iets jongere, mannelijke en Nederlandstalige Jan De Pauw naar hun visie op de nieuwe mediakunsten in België. Het werd een ontnuchterend gesprek waarin de twee tot eenzelfde conclusie komen: We bevinden ons in een ontzettend interessant tijdsgewricht want de digitalisering biedt ongekende mogelijkheden. Maar daar gaan artiesten al te weinig creatief mee om.

Hoe ervaren jullie vandaag het terrein van de nieuwe mediakunsten in België?
Joëlle de La Casinière: De kunstenaars zijn erg ingenomen met de technologie: ze voelen nieuwe ontwikkelingen als opwindend aan. Op het terrein komen steeds meer artiesten bij. Het milieu is erg op zichzelf gericht. Alles samen lijkt het me een herhaling van wat er in de jaren zeventig en tachtig rond videokunst leefde.
Jan De Pauw: In mijn ogen is het een overbevolkt veld dat inhoudelijk weinig te bieden heeft. Er zijn ontzettend veel personen, duo's, trio's enzovoort die met de faciliteiten die de nieuwe media bieden, werken.Kwalitatief zijn de resultaten zeer pover. Ik sta twaalf jaar in het veld en in die periode heb ik bitter weinig veranderingen opgemerkt. Ik zie steevast herhalingen van hetzelfde idee, van dezelfde motieven en van technologische trucjes. Ik ben dus een beetje teleurgesteld. Er bestaat overigens niet echt zoiets als een Belgische scène. De artiesten delen geen Belgisch referentiepunt en/of discours en horen zich via fysieke en virtuelenetwerken mondiaal te bewegen.

Wat bedoel je met het herhalen van hetzelfde idee ?
Jan De Pauw: De artiesten -­ soms lijkt die naam wel een eufemisme voor werklozen (lacht) ­- werken grofweg op twee domeinen. Ofwel sleutelen ze aan zelfgeschreven software of aan hardwired electronics ­ sensoren en allerlei soorten instrumenten die de omgeving kunnen veranderen. Ofwel voeren ze, aldan niet ondersteund door illustrerend werk, holle discoursen rond interconnectivity en digitale communicatie. Kort gezegd: het milieu rakelt discoursen rond de network society, synaesthetic environments enzovoort steeds weer op. Sterker nog: er is vaak geen discours, eerder een aankondiging naar het publiek toe. Met het eigenlijke werk - ­ een object, performance of lezing ­- wordt daar niet op ingegaan. Het wordt tijd de tautologie achter ons laten.
de La Casinière: Digitale media zijn zondermeer leuke speeltjes. En de technologische ontwikkelingen fascineren. In mijn ogen bevinden we ons in een ontzettend spannend tijdsgewricht vol ongekende mogelijkheden.Tegelijkertijd heb ik het gevoel dat veel artiesten niet weten wat ze daar precies mee moeten aanvangen. In plaats van naar nieuwe mogelijkheden te zoeken, proberen de kunstenaars zich vooral onderling te diversifiëren dooreen bepaald gewicht aan hun werk toe te kennen. Dat vind ik in hun acties niet terug. In de nieuwe mediakunsten is er geen discours, maar enkel de illusie van een aanzet daartoe.
De Pauw: Nieuwe media-artiesten voelen zich verplicht een discours rond hun werk te weven. Net daardoor krijg je werken en performances die zich heel ambitieus aankondigen, maar bijvoorbeeld de 'bliepzone' van de alternatieve popcultuur niet ontstijgen.

Lag dat anders vroeger, wanneer video en computer in de kunsten als nieuwe media golden?
de La Casinière: In de jaren zeventig zag je in Frankrijk de eerste professionele videokunstenaars opkomen. Televisie schonk mogelijkheden aan de destijds zeer kwetsbare artiesten: zenders als FR3 wilden, in de vorm van programma's, de vectoren en grenzen van het medium in vraag stellen, onderzoeken en verleggen. Audiovisuele kunstenaars kregen dus kansen om producties te maken. Maar met de televisie wisten wij, de artiesten, niet precies wat aan te vangen. Het medium was immers zowel een zegen als een vloek ­ de televisie slokte de artiesten letterlijk op. En omwille van de toenemende commercialisering moest iedereen, overigens ook in België, na korte of langere tijd meedraaien met het systeem dat de televisie uittekende. De commercialisering wees zonder pardon ons één voor één dedeur.
De Pauw: We zijn nooit verder geraakt dan de situationisten. De vragen die rond televisie gesteld werden, staan helaas ook binnen de nieuwe mediakunsten op de agenda. Enkel de context verschilt. Hoewel we de beelden die ons dagelijks bombarderen horen te ondervragen, produceren de nieuwe media er voornamelijk beelden bij. We bevinden ons nog steeds in een tweedimensionale realiteit. Ondanks hun driedimensionale projecties, environments, netwerken en andere technieken, produceert de nieuwe media graag mooie prentjes.

Islam & democracy : compatible ? (part 2)(NL)

Here is the second part of 'islam & democracy' by Hedwig Bongers

3. The Islamic State: Democratic or Theocratic?

Deze fatwa is terug te vinden onder het onderwerp ‘Imamate and Political Systems’.
Kunnen we de islamitische staat democratisch of theocratisch noemen? Kun je de islam beschrijven als een democratische, seculiere of communistische godsdienst?
Shaykh Faysal Mawlawi beantwoordde deze vragen op 5 juni 2003.

Vóór de eigenlijke fatwa maakt men nog enkele bemerkingen:
Ten eerste zijn in een islamitische staat de Koran en de sunna dé bronnen bij uitstek voor het islamitisch recht. Theocratie daarentegen betekent dat de staat geleid wordt door geestelijken of een geestelijke klasse die regeert volgens de goddelijke wet. In een islamitische staat worden er door middel van de shura beslissingen genomen over publieke aangelegenheden, zie volgende soera:

àSoera ash-shura (het beraad) 38:
‘…wier beleid onderling beraad is…’

Volgens deze soera is het duidelijk dat de moslimstaat een regeersysteem heeft met ‘onderling beraad’ of shura, iets dat heel anders is dan een theocratisch regime. Een islamitische staat is gebaseerd op de sharia en het is streng verboden voor de heerser om ook maar iets te veranderen aan deze goddelijke wet. Hieruit kan men afleiden dat een islamitische staat niet zomaar democratisch in de brede zin van het woord kan genoemd worden.
Enerzijds is de islamitische staat niet democratisch omdat het volk geen eigen wetten mag uitvaardigen. Alleen de sharia telt immers. Anderzijds hebben ze ondermeer wél het recht hun leider te kiezen en deze af te zetten als hij zich immoreel zou gaan gedragen.

Antwoord:

De islam deelt enkele kenmerken van een democratie: zo kan het volk zijn leider kiezen en afzetten indien deze zich onverantwoordelijk zou gedragen. Men heeft in een islamitische staat ook enkele basisrechten zoals het recht op vrijheid.
Zoals al in de bemerkingen voorafgaand aan deze fatwa werd gesteld, zegt ook shaykh Mawlawi dat een islamitische staat wel democratisch is in de zin dat het volk zijn eigen leider mag kiezen en afzetten, maar dat men in een islamitische staat geen eigen wetten mag maken omdat deze taak alleen aan God toebehoort.
Een islamitische staat heeft met een theocratische staat gemeen dat de staat geleid wordt volgens de leer van de godsdienst. Een theocratische staat echter, wordt geleid door geestelijken en dezen kunnen zélf wetten opstellen terwijl een islamitische staat daarentegen onder leiding staat van gekozen leiders en de sharia als grondwet heeft.
Men kan de islam niet typeren als democratisch, seculier of communistisch. Er zijn gemeenschappelijke kenmerken, maar we mogen ze niet vereenzelvigen. Hiervan getuigen de volgende soera’s:

à Soera al-ma’ida (de tafel) 3:
‘Heden heb Ik jullie godsdienst voor jullie voltooid, Mijn genade aan jullie volledig bewezen en de Islaam (de overgave aan God) als godsdienst voor jullie goedgevonden…’

à Soera al-Haddj (de bedevaart) 78:
‘Hij heeft jullie vroeger al (mensen) die zich (aan God) overgegeven hebben genoemd en (nu) ook hierin, opdat de gezant getuige voor jullie zou zijn en opdat jullie getuigen voor de mensen zouden zijn.’

Een moslim mag in een democratisch, seculier of communistisch land leven mits hij over de vrijheid van godsdienstbeleving kan beschikken. Het wordt de moslim ook toegestaan de wetten van het regime na te leven mits ze niet strijdig zijn met de islam en de sharia.

4. How Islam Views Pluralism and Democracy.

Deze fatwa is terug te vinden onder het onderwerp ‘Imamate and Political Systems’.
Deze persoon vraagt een reactie op de stelling dat de islam een éénpartijensysteem wil en dat die partijen in kwestie geen andere partijen zullen dulden. In dat geval zou de islam niet democratisch zijn.
Eerst merkt men weer op dat de islam wél al sinds lange tijd vertrouwd is met pluralisme en dat het niét enkel een éénpartijensysteem toestaat. Het politieke regime in een islamitische staat heeft maar bevoegdheden binnen de grenzen van de siyasa shar’iyya. Moslims aanvaarden democratie in die mate dat het niet strijdig is met de islam.
Shaykh Faysal Mawlawi, vice-voorzitter van de Europese Raad voor Fatwa en Onderzoek behandelde deze kwestie op 30 juli 2002.

Antwoord:

Het is niet waar dat de islam enkel monocratie toelaat. Al sinds de tijd van de profeet bestond er een soort meerpartijensysteem. Toen immers al stonden de ‘muhajirun’[1] tegenover de ‘ansar’[2]. Ze verschilden van mening over wie de kalief moest worden. Beiden wilden immers dat de kalief uit hun eigen rangen zou komen. Zij konden dus al beschouwd worden als ‘prille’ politieke partijen.
Er zouden in de loop van de geschiedenis nog ‘politieke partijen’ volgen zoals de moordenaars van de derde kalief Uthman. Zij vormden onder diens bewind immers de oppositie en eigenlijk kan men stellen dat ze een staatsgreep pleegden door hem te vermoorden. Ook de Kharidjieten, de Abbassieden, de Ottomanen en de Mamlukken kunnen als politieke partijen beschouwd worden.
Partijvorming om legale politieke doelen te verwezenlijken is volkomen islamitisch. Er zijn enkelingen binnen de islam die van mening zijn dat er maar één partij mag regeren, maar deze mensen behoren tot de minderheid.
Zoals in de tweede fatwa werd gesteld zegt ook Faysal Mawlawi dat de democratie als dusdanig niet zo belangrijk is, maar het juist toepassen van de islamitische principes in een islamitische gemeenschap des te meer.

5. Women in Leading Posts.

Deze fatwa is terug te vinden onder het onderwerp ‘Morals and Values’.
Er werd gevraagd of het waar is dat vrouwen geen leiders kunnen zijn. En indien dit zo is: waarom niet?
Eerst werd er al opgemerkt dat de status van de vrouw in de islam uniek is. De islam geeft om de eer, de waardigheid en het welzijn van de vrouw en alle regels voor vrouwen bestaan enkel om haar eer te beschermen.
Muzammil H. Siddiqi, geboren in India en president van de Fiqh-raad in Noord-Amerika, antwoordde op 11 augustus 2005 op deze vraag.

Antwoord:

Ten eerste stelt hij dat een moslima deftig gekleed moet gaan mét een hoofddoek en dat gemengd contact vermeden moet worden. Niet-mahram mannen en vrouwen mogen niet zonder toezicht alleen gelaten worden. Als deze regels in acht worden genomen, is er geen probleem voor vrouwen om leiderfuncties te vervullen.
Het leiderschap in de islam is gebaseerd op bekwaamheid en kwalificaties. Indien een vrouw bekwamer is voor de job, verdient ze die job. In de Koran staat er het volgende over te lezen:

à Soera at-tauba (het berouw) 9:
‘Maar de gelovige mannen en vrouwen zijn elkaars medestanders, zij gebieden het behoorlijke, verbieden het verwerpelijke…’

Een vrouw kan verschillende functies vervullen zoals schooldirectrice, rechter, mufti, ambassadrice alsook imam. Deze laatste functie kan ze echter enkel vervullen indien ze uitsluitend vrouwen voorgaat in het gebed. Ze kan daarom geen hoofd worden van een islamitische staat omdat men in deze functie ook mannen moet voorgaan in het gebed en dat mag een vrouw dus niet.

De islam benadrukt echter ook dat de eerste bekommernis van een vrouw moet uitgaan naar haar kroost. Het is de taak van de man om de kost te verdienen voor zijn gezin. Dit kan als gevolg enkele beperkingen hebben voor de vrouw, maar niets staat haar in de weg om buitenshuis te gaan werken, zolang ze haar primaire plichten niet verzaakt.

Maar God weet het uiteindelijk het beste.

Notes :
[3] De muhajirun zijn de eerste gelovigen die meevluchtten van Mekka naar Medina in 622.
[4] De moslims van Medina die de ‘helpers’ van de profeet werden door de eerste moslims onderdak te bieden toen zij werden gedwongen Mekka in 622 te verlaten, en die hen hielpen bij het vestigen van de eerste islamitische gemeenschap. (uit: Armstrong, K., Islam, geschiedenis van een wereldgodsdienst, De bezige bij, Amsterdam, 2003, p. 290.

Islam & democracy : compatible ? (part 1)(NL)

My fellow student of islam Hedwig Bongers was kind enough to grant me permission to reprint her findings on the conceptual relationships regarding islam and democracy. Again five fatwas on that subject have been read, analysed and commented upon. All fatwas can be found at islamonline.net. Thank you Hedwig for your work on this.

1.Islam and democracy: Compatible?

Deze fatwa is terug te vinden onder het onderwerp ‘Judiciary and Police Systems’.
Op deze vraag antwoordde de mufti Ahmad Kutty op 26 mei 2004. Hij is geboren in India en woont nu in Toronto in Canada. Hij heeft verschillende vakken gedoceerd over islamitisch recht. Hij is ook voor lange tijd het hoofd geweest van de Islamitische Organisatie alsook van de Islamitische Stichting in Toronto.
Men bemerkt vóór de eigenlijke fatwa eerst kort dat pluralisme al lange tijd gekend is in de islam en onder de moslims. De islam stelt niet dat één partij alle macht moet bezitten noch dat er machtsgrepen mogen plaatsvinden. De islam bepaalt deze aangelegenheid door middel van de ‘siyasa shar’iyya’ die kan variëren naargelang tijd en plaats. ‘Siyasa shar’iyya’ stelt dat het politiek gezag in een staat enkel legitiem is indien conform met de shar’iyya[1]. De islam aanvaardt een democratie zolang die niet in strijd is met de principes van de islam.

Antwoord:

Als de vraag is of een moslim een beleid mag voeren en beslissingen mag nemen door middel van een politiek van overleg en consensus met het volk, dan is het antwoord ‘ja’. Als men echter zijn gezag gebruikt om zaken te legaliseren die God of Zijn profeet veroordeelden, is het niet aanvaardbaar. Voorbeelden hiervan zijn onder anderen: het legaliseren van homoseksualiteit, overspel, agressieve oorlogen, discriminatie op basis van ras of taal en alcoholgebruik.
Men mag wél beslissingen nemen over zaken die buiten het bereik vallen van de sharia door middel van overleg en consensus[2].
De wetgeving betreffende het publieke leven en de sociale relaties in een democratie zijn toegelaten zolang die democratie handelt volgens koranische principes als waarheid, rechtvaardigheid, eerlijkheid, medelijden. Dit alles moet altijd op een zo menselijk mogelijke manier gebeuren. God beveelt het zelfs duidelijk in de Koran, hiervan getuigen de volgende twee soera’s:

à Soera Aal ‘Imran (‘Imraans mensen) 159:
‘…en raadpleeg hen over het beleid. Wanneer je dan een besluit genomen hebt vertrouw dan op God. God bemint hen die vertrouwen hebben.’
àSoera ash-shura (het beraad) 38:
‘…wier beleid onderling beraad is…’

Grote straffen volgen voor leiders die het in hen gestelde vertrouwen door het volk beschaamd hebben. Ook roept de Koran op tot menselijkheid door te ijveren voor rechtvaardigheid en medeleven en te strijden tegen onrechtvaardigheid, kwaad en agressie. Hiervan leveren de volgende twee soera’s het bewijs:

àSoera an-nahl (de bijen) 90:
‘God gebiedt rechtvaardig te handelen, goed te doen en aan de verwanten giften te geven en Hij verbiedt wat gruwelijk, verwerpelijk en gewelddadig is. Hij spoort jullie
aan; misschien laten jullie je vermanen.’
àSoera al-ma’ida (de tafel) 8:
‘Jullie die geloven! Weest standvastig voor God als getuigen van de rechtvaardigheid. En laat de afkeer van bepaalde mensen jullie er niet toe brengen niet rechtvaardig te zijn. Weest rechtvaardig, dat is dichter bij godvrezendheid. En vreest God. God is welingelicht over wat jullie doen.’

Tenslotte stelt Ahmad Kutty dat wie zou denken dat de islam een monarchie, een dictatuur of dictatoriale regimes wettigt en tegen de democratie is, gewoonweg zaken verkondigt die in strijd zijn met de Koran.

2. Shura and democracy: A Conceptual Analysis.

Deze fatwa is terug te vinden onder het onderwerp ‘Imamate and Political Systems’.
Er wordt gevraagd wat de termen ‘shura’ en ‘democratie’ nu precies betekenen en wat eigenlijk het verschil is tussen de twee.
De mufti Ja’far shaykh Idris beantwoordde deze vraag op 11 april 2004. Deze mufti is professor in het instituut van islamitische en Arabische wetenschappen in Washington. Hij groeide op in Sudan.

Antwoord:

‘Shura’ is afkomstig van het Arabische werkwoord ‘shara’ en betekent letterlijk ‘honing uit een bijenkorf halen’. Later kreeg het woord andere betekenissen zoals ‘raadpleging’ en ‘beraadslaging’.
Het is een procedure van beslissingen nemen door middel van raadplegingen en beraadslagingen onder diegenen die er belang bij hebben en zij die kunnen helpen bij de besluitvorming. Een shura kan betrekking hebben op een individu, een groep individuen of een heel publiek, ze worden dan respectievelijke ‘individuele shura’, ‘shura’ en ‘publieke shura’ genoemd.
Het heeft ook niets te maken met wélke beslissing genomen wordt, of op welke basis die berust of over de te bereiken beslissing. Een shura is niet noodzakelijk islamitisch (het bestond ook al vóór de islam) en ook niet uitsluitend Arabisch. Deze soera getuigt dat de koningin van Sheba (een niet-Arabische!) ook ‘aan shura deed’:

àSoera an-namal (de mieren) 32:
‘Zij zei: ‘Raad van voornaamsten! Geef mij uitsluitsel over wat ik zal beslissen; ik tref geen beschikking zonder dat jullie er getuige van zijn.’’

‘Democratie’ komt van de Griekse woorden ‘dèmos’ , wat ‘volk’ betekent en ‘kratos’: ‘heerschappij’. Samen wordt dat ‘heerschappij van het volk’. Op zich lijkt dat niets te maken te hebben met shura totdat we ons de vraag stellen ‘hoe’ mensen regeren. In een democratie nemen de beleidsmensen beslissingen voor het algemeen goed door middel van overleg en beraadslaging, dat lijkt sterk op shura.

Overeenkomsten tussen de twee termen:
Zowel in een democratie als bij shura komt men tot een besluit na een beraadslaging. Democratie wordt echter meestal gezien als een politieke term terwijl dat niet noodzakelijk is. Men kan bijvoorbeeld ook democratie hebben in een liefdadigheidsorganisatie of in een vakbond. Zoals een shura niet Arabisch of islamitisch hoeft te zijn, is een democratie ook niet noodzakelijk intrinsiek westers of seculier en kan het zelfs islamitisch worden.

In het geval van een democratisch systeem zijn er twee keuzes:
1) Het volk regeert soeverein en kan op basis van een meerderheid allerlei wetten uitvaardigen die bepaalde zaken legaliseren of verbieden. Dit is zowaar ‘anti-islamitisch’. In de islam is immers alleen God soeverein. Hij alleen mag wetten uitvaardigen en de persoon die denkt dat ook te mogen zou zichzelf dan als God beschouwen. Dit is in de islam uiteraard uit den boze.
2) Men kan als alternatief opteren voor een seculiere democratie waarin de wetgevende macht van de mens beperkt is omdat men rekening houdt met een hogere macht. Of dit systeem islamitisch zou kunnen zijn hangt af van de mate waarin de mens zichzelf wetgevende macht toekent en wat mensen als ‘hogere macht’ beschouwen.

In de islam is Gods wet de hoogste wet. De mens mag regeren en wetten uitvaardigen binnen de krijtlijnen van die wet. En de mens mag zeker geen wetten maken die de goddelijke wetten zouden tegenspreken. Indien bepaalde landen dus toch zulke wetten zouden uitvaardigen worden die democratieën als onislamitisch ervaren door moslims.

Een liberale democratie is een politiek systeem in tegenstelling tot de islamitische shura.

Gelijkenissen:

Zowel een liberale democratie als de shura vereisen bepaalde basisrechten voor iedereen. Wat voor beiden ook erg belangrijk is, is de keuze van de leiders. In de islam kwam men tot deze regel door de profeet, omdat hij geen opvolger aanduidde. Daaruit meende men af te kunnen leiden dat hij dus wilde dat de moslimgemeenschap zélf een nieuwe leider zou kiezen. Er bestaat ook een hadith over de tweede kalief ‘Umar waarin deze duidelijk maakt dat men geen opvolger hoort aan te duiden maar dat deze keuze berust bij de shura. Aan de andere kant zijn niet alle vier de kaliefen op deze manier verkozen, dus een echte regel is het niet echt.

Is de islamitische staat democratisch?

Kan een islamitisch land dat de shura toepast als democratisch beschouwd worden? Ja, als je democratie ziet in termen van besluitvorming door het volk of de daartoe verkozen personen. Als je het echter gaat bekijken via andere criteria zoals verschillende soorten kiessystemen, stemrecht vanaf een bepaalde leeftijd, de vrijheid om politieke partijen te vormen en andere democratische principes moet men eerder ‘nee’ zeggen.

Ahmad Kutty stelt zichzelf echter de vraag waarom je niet meer van een democratie kunt spreken als je bepaalde van de bovenvermelde criteria niet toepast. Hij geeft niet zoveel om de term ‘democratie’, maar vindt het belangrijker dat een land islamitisch is. Dat kun je zien door in welke mate de koranische principes toegepast worden. Besluitvorming is maar een facet van deze principes en niet het belangrijkste.

notes :
[1] http://middleeastinfo.org/article4453.html
[2] Ik denk dan bijvoorbeeld aan een land als Saudi-Arabië, waar de sharia van kracht is. Daar werd men ook geconfronteerd met zaken waar de Koran geen antwoord op bood en men zocht dan een oplossing via qiyas of igma’.

Monday, March 13, 2006

Mobile TV (NL)

"Recent is in verschillende Europese landen het maatschappelijke en economische potentieel gebleken van mobiele televisie die gebruik maakt van DVB-H. Dit werd trouwens vorige week nogmaals bevestigd tijdens een workshop in Brussel van DG Information Society and Media van de Europese Commissie. MADUF moet leiden tot een optimaal model voor het aanbieden van mobiele televisie over DVB-H in Vlaanderen en tot het ontwikkelen van een concepttest. Hierbij zullen naast de technologische mogelijkheden, ook juridische en economische aspecten onderzocht worden."

Voilà. Dat is hoe de Vlaamse interdisciplinaire onderzoeksgroep voor breedbandtechnologie (zie link onderaan) haar nieuwe project Maduf aankondigt. Tegen eind 2006 zou een testfaze operationeel moeten zijn. De Vlaamse regering lijkt daarbij werkelijk de vinger aan de pols te hebben, want ook op de recente sprokkelbeurs voor telecomtrends 3GSM die begin 2006 plaatsvond in Barcelona, werd mobiele televisie gehypet als the next big thing. Experts hopen op een doorbraak van dergelijke diensten naar aanleiding van het nakende wereldkampioenschap voetbal in juni van dit jaar. Strategy Analytics, een onderzoeksbureau, rekent voor dat tegen 2008 de markt voor mobiele tv een omzet zal draaien van pakweg 6 miljard dollar.

Niet min, zo'n cijfers. De implicatie van de berichtgeving lijkt dan ook te zijn dat mobiele televisie zonder twijfel relevant moet genoemd worden, mits het juiste juridische kader en vooruitzicht op lucratieve return.
Op grond van louter exogene argumenten is ’t inderdaad ook verbluffend wat die vermeende succes-applicatie allemaal in petto heeft : eerst en vooral veel werk voor onderzoekers natuurlijk; ondertussen ook veel werk voor lobbyisten en politici die alle disparate spelers (als daar zijn operatoren, mediabedrijven, technologieproducenten, contentproviders, auteursrechtenverenigingen en advocatenbureaus) bij elkaar moeten krijgen, houden en consolideren; vervolgens – als alles naar wens verloopt - veel werk voor technici die de hele handel moeten implementeren; en dan – laat het ons niet vergeten ! - wellicht ook héél veel werk voor helpdesks allerhande die zowel problemen met je gsm, als problemen met je satellietverbinding, alsook naar alle waarschijnlijkheid met je sim/credit card die zit ingebouwd in je computer/gsm en niet kan verbinden met een overbelast netwerk, moeten zien op te lossen.. phew, ziet u, ik ben er zelf haast buiten adem van... En dan hebben we ’t nog niet gehad over alle mogelijke spin-offs en nieuwe markten voor creative directors en art eugh dinges...

Niemand durft het luidop te zeggen, maar ik geef het u op een blaadje : mobiele televisie zal onze welvaartstaat redden. Dàt en de immigratie – maar da’s een ander verhaal. We gaan om te beginnen allemaal slimmer worden, omdat die meerdewaardezoeker in ons nu eindelijk eens niet het voetbal zal moeten ondergaan en de topsporter in ons niet langer nichterig hoeft in te zoomen op een cultuurkanaal. Oudere mensen – zeker zij die aan Alzheimer lijden – zullen heel blij zijn met de mogelijkheid tot video-on-demand, als ze tenminste nog weten waarvoor alle knopjes dienen. Natuurlijk, het blijft de vraag of zij die nooit geleerd hebben een videorecorder te programmeren – vrouwen vooral heb ik mij laten vertellen, maar dat moet haast een leugen zijn want ik kan het evenmin - met de toekomstige geïntegreerde technologie overweg zullen kunnen (stel u voor, televisie in videorecorder in computer in rekenmachien in telefoon in broekzak). Voor sociaal achtergestelden is nét die integratie dan weer een bonus, gezien zij hun budgetbegeleiders voortaan slechts zullen moeten overtuigen van de aankoop van één toestel ! Het kan niet anders of de wereld moet erop vooruitgaan. Marktleider Pearl Vision verwacht een explosieve groei op het stuk van multifocale lenzen; en het gerucht doet de ronde dat het Ministerie van Volksgezondheid nauw betrokken zal worden bij het Maduf project. Dames en heren, dit wordt waarlijk een hoogvlieger !

De vorige belofte in de categorie wereldrevolutie heeft het er evenwel minder goed van af gebracht. Het zogenaamde multimedia messaging (mms) is om de één of andere reden nooit van de grond gekomen, maar dat verwondert mij niet half zo veel als dat ringtones zijn uitgegroeid tot hét grote commerciële succes van het mobiele telefonie gebeuren. (Mooi trouwens, vindt u niet, dat ‘gebeuren’... Verkopers houden van dat woord ‘gebeuren’... want het bekt zo mooi en zeker in ’t Westvlaams, waar het een extra sociale dimensie krijgt : in één adem het appèl aan de geburen en da’s voor een beetje Vlaming altijd een reden om in de portemonnee te tasten, bing. Qua verborgen verleiders, zeg nu zelf). In alle geval, als ringtones een succes zijn, dan is de kans groot dat ook die mobiele televisie een mega hit wordt. Ik heb er lang mijn hoofd over gebroken, maar uiteindelijk heb ik besloten : niemand zit er op te wachten, da’s de sleutel tot succes en mag gerust de Eerste Wet van het laat-kapitalisme worden genoemd. We staan aan de vooravond van de ware luxe. Geen taalvaardigheid meer nodig, geen kapbeurt nu en dan, zelfs geen douche. We mogen voortaan ongegeneerd uit onze bek stinken en lichaamsverzorging achterwege laten, want onze gsm zal onze persoonlijkheid emaneren, via de programma’s en reality shows die wij erop inladen. Heerlijk vooruitzicht. De geluiden en lichtflitsen die uit ons gaan lekken, affirmeren wie wij zijn, en vooral hoe gelukzalig verschillend wij zijn van al die anderen die op hun beurt ruis lopen te druppen... Doe maar al uw botjes aan, het wordt nog spetterend !

Hèhè... genoeg gelachen zeker ? Is er werkelijk één lichtpunt aan deze twijfelachtige ontwikkeling ? Hebben wij werkelijk de behoefte om voortdurend te worden doordrongen van andersmans slechte smaak en dubieuze gevoel voor kwaliteit ? Ik denk het niet. Maar ik ben optimistisch. TV op je mobieltje, wie wordt er wel een diepgaande transformatie van de stedelijke ruimte doorgevoerd, want mogen we eindelijk die afzichtelijke schotelantennes naar beneden halen ! En voorts, het gaat tenslotte over televisie, en dat staat bijna synoniem voor immobiliteit. De befaamde couchpotatoe zal nu wellicht een beetje moeten opschuiven in z’n luie zetel en plaats maken voor de rest van de familie, want voortaan zal iedereen gezellig samen elk aan z’n mini-schermpje zal gekluisterd zitten...

Minder volk op straat, meer vrede zeg ik altijd.

weblinks :
http://www.ibbt.be/site/index.php?id=200&L=1
http://www.3gsmworldcongress.com/

Integration or multiculturalism (E)

My entry for the Nico Colchester Journalism Fellowship 2005 - organised by the Financial Times, The Economist and The Economist Intelligence Unit. Didn't make it through the selection though ;)

From Melting Pot to Bitches’ Brew ?

Amidst political uncertainty, economic crisis, ageing populations, and immigration waves, Europe finds itself tackling the problem of cultural pluriformity. How to deal with diversity ? The question has taken center stage in the debate over the future of Europe. As it turns out, the alchemist Melting Pot, rather than gold seems to have churned out a devilish concoction that is getting all parties twisted.

On the national level, different member states have developed different approaches to the matter of diversity. France, for one, has always been adamant about integrating that postmodern ‘Autre’ into the mainstream of French tradition. The current ban on the display of religious symbols in public office, the islamic headscarf in particular, is consistent with their stance on assimilation. The Dutch and the British on the other hand, have always had a much more complacent view about cultural differences, and have tended towards coexistence under the banner of tolerance and respect. In general, one could draw an imaginary line across the middle of Belgium – the country is aptly equipped for such divisionary tactics - and split Europe into a multicultural north and a more integrationist, essentially French-speaking enclave to the south.
That much for what has been lovingly called ‘old Europe’. Newer Europe arguably takes a different look at the problem. Southern countries such as Spain and Portugal have had fairly little problems with immigrant minorities, because there were and are hardly any there. Until recently, the level of economic development in the southern rim of Europe was such that migrants prefering the buck to the bang ventured upward into the colder regions of the union.
Chances are however, that soon these sun-splashed lands will have to deal with an inverse migration from the north, given the hordes of ever-older pensioners that will be set free over the next two to three decades as the baby boomers gradually take leave from active society. Learning a foreign language and investing in service industries will likely turn out to be a lucrative bet for those countries in the south.
The newest members, coming in large part from the eastern and central parts of Europe, have other views still. Many of them have only recently been set free from Soviet dominion and are eager to reassert long lost national identity. Their position in the debate is somewhat exotic, in that their speech is infused with the pressing need to redress historic wrongs. Such rewinding of the clock risks neglecting the complexities of Europe’s contemporary cultural mix, and goes against the general – be it ambiguous – thrust towards transnationalism.

The realities in the field are much more complex of course than the general distinctions made above. According to Patrick Ireland, lecturer at the University of Houston, Texas, and author of a recent study of public policies regarding immigrant integration in Belgium, Germany and the Netherlands, various policies are pursued at the local, regional and national levels all at once. Across the board, approaches seem to oscillate between what he terms structural policies (access to jobs, health care, education and housing) and political-cultural policies (aiming to engage immigrant groups in both informal and formal decisionmaking networks) on the one hand, and assimilation versus diversification on the other. Most, so Ireland finds, fall somewhere in between both dyads, and resort under what he describes as “liberal multiculturalism”.
Other researchers, such as Marco Martiniello, head of the Belgian Centre d’études de l’ethnicité et des migrations at the University of Liege, compound the problem of multiculturalism with linguistic and historical divides that run through many European countries. He mentions the Basque case in Spain, the Northern League in Italy, as well as the Corsicans in France, to name but a few. Intensely inspired by David Hollinger’s study of ‘the diversification of diversity’, Martiniello champions a so-called “post-ethnicity” that would go beyond a mere pluralism in favour of a dynamic, interchangeable and freely chosen multiplicity of affiliations.
From a transnational, European perspective, this may sound like a worthy goal. The question nonetheless remains how to get from our LAT (living apart together) reality to the lofty ideals of wishful thinking. Regarding just that, everyone agrees Europe lacks a consistent and unified approach. But the times, they are a’changing...

Continental Europe’s migrant community consists in large part of muslims of Moroccan or Turkish descent. Given the West’s problems with a core group of islamic fundamentalists, outbreaks of mutual hatred in various countries and increasing pressure to welcome Turkey into the European Community, positions in the debate are slowly converging. Take Holland for instance. With regard to multiculturalism, the Dutch are said to be lax, lean and willing to bend. But the 2002 killing of the rising political star Pim Fortuyn, has severely stiffened the spine. Fortuyn’s death, plus the 2004 slaying of Theo Van Gogh, an outspoken filmmaker, and the intimidation of Ayaan Hirsi Ali, a feminist muslim member of Parliament, have pushed Holland to a much more restrictionist approach, in all areas of society and on all levels of decision making. Similar developments, to varying degrees of intensity, are happening in Denmark, Belgium and even the UK. Europe, the French will be happy to notice, is looking to Paris for guidance and counseling.
Leaving aside the rights and wrongs of specific assumptions at the heart of any assimilation strategy, the approach does have its merits. From the part of the host, assimilation requires the definition of a basic rule set that operates as a point of reference. For the guest, this rule set marks the playing field for political action and participation. Writer Tariq Ramadan’s concept of a ‘European islam’ indicates that immigrant communities are ready to take up responsability. But as suggested by the deeply problematic canyons of social flats that besiege France’s historic city centers, assimilation can not just be a matter of pinning people to their obligations. Equally, if not more, they must be allowed to exercise the rights inherent in the rule set. Otherwise, deadlock looms.

Fatwas on the relationship of Islam with the West (NL)

Regarding the increasingly problematic relationship between Islam and modernity, a few of the fatwas below are highly informative. Especially with regard to the treatment of the Holy Qu'ran as the guiding voice in all matters islamic, it is revealing to find a certain sloppiness in the way verses and shuras are quoted and de/recontextualised.
The excercise below is itself hardly scientific. It is merely a sample of rulings that can be found on authoritative sites such as www.islamonline.net

1.Islam & the west : clash or peaceful coexistence ?

- probleem :
Zijn moslims en westerlingen voorbestemd voor conflict en botsing ?
- mufti :
Islam Online Shari’ah Researchers
- antwoord :
Centraal staat de idee van een vredevolle islam, zoals uitgedrukt door ondermeer Dr. Ja’far Sheikh Idris, professor islamkunde aan het Instituut voor Islam en Arabische Studies in Washington. De basisidee ligt hierin dat moslims geen reden hebben om ongelovigen aan te vallen of aggressief tegemoet te treden, zolang de ongelovigen zelf een vredevolle of zelfs onverschillige houding tegenover moslims aan de dag leggen.
De auteur(s) wijst er op dat in het westen diverse antwoorden worden gegeven op de vraag of vreedzame samenleving mogelijk is. Een viertal verschillende posities worden aangeduid. Volgens sommigen in het westen staan we voor een imminente clash der beschavingen (Huntington). Nog anderen stellen dat de clash zich manifesteert in eerste instantie binnen de westerse cultuur zelf (rechts conservatisme). Een derde mening terzake stelt dat de wereld evolueert naar een eindpunt gekenmerkt door de triomf van het liberalisme en kapitalisme (Fukuyama). Een vierde strekking tenslotte acht vredevolle samenleving slechts mogelijk mits seculier democratisch pluralisme.
Het korte antwoord van de auteur is dat de islam ontegensprekelijk een vredevolle coexistentie voorstaat. “But to live peacefully with others, you need sometimes to be fully prepared for war against them”. Hij bepleit rationaliteit, rechtvaardigheid, tolerantie en coexistentie. Tegelijk wijst hij op de nood aan realisme : “Islam is, however, too realistic a religion to be pacifist”. Om de machtsambities van anderen te counteren, dient de moslimwereld dan ook de nodige materiële welstand en macht te ontwikkelen. “Material power can and should thus be an ally to the cause of spiritual development and not a contradictory of it”.
- koran vers :
De auteur beroept zich op het vers Al-Israa’ 17 : 125 : “And invite to the way of your Lord with wisdom, and good admonition, and argue with them in the best of ways”. Het desbetreffende citaat is evenwel problematisch. Al-Israa’17 bevat slechts 111 verzen. Genoemd vers 125 komt wel voor in An-Nahl 16, alwaar het luidt (in de Yusuf Ali vertaling) : “Invite (all) to the Way of thy Lord with wisdom and beautiful preaching; and argue with them in ways that are best and most gracious : for thy Lord knoweth best, who have strayed from His Path, and who receive guidance.”
- biografie :
Wikipedia Online Encyclopaedia maakt melding van het volgende :
“Dr. Jaafar Sheikh Idris is considered one of the few Muslim Scholars of this era, who has both the knowledge of Islam and Western Ideologies. He has written many articles and research papers on Islam. Because of his background he has visited many countries around the world, where he lectured in both Arabic and English about Islam.Dr. Idris was born and grew up in Port Sudan, Sudan. During his childhood he studied Quran, Fiqh, Hadith and the Arabic language in the traditional schools in addition to attending public school. During his youth he was influenced by the “Ansar al-Sunnah” group and studied Aqida with them. He went to high school in Hantoob, located in the province of Al-Jazirah. This was one of only three high schools in the country at the time. Admission to high school was very difficult, but he was accepted because of his excellent academic record. While still in high school he joined the Islamic Movement. Degrees: Ph.D., (Philosophy), University of Khartoum/University of London, 1970. The topic of his Ph.D. thesis was "The Concept of the Causality in Islam". BA, (honors), Philosophy, (Economics, minor.), University of Khartoum,1961”

2.Islam and the global civilization

- probleem :
Hoe ziet islam de mondiale samenleving, en hoe moet islam omgaan met alle verschillende culturen en beschavingen ?
- mufti :
Niet nader gespecifieerd. De fatwa is gebaseerd op een tekst gepubliceerd op www.islamicity.com, en verschenen in “Islam : A Global Civilization” samengesteld door Islamic Affairs Department, Embassy of Saudi Arabia, Washington D.C..
- antwoord :
Eerst en vooral wordt er op gewezen dat de islam een beschaving propageert die een appel lanceert aan elk individu, ongeacht ras, stand, huidskleur, religie, om de aangeboren talenten en creativiteit waar te maken. Dit appel is universeel en niet gestoeld op de vernietiging of onderdrukking van voorgaande beschavingen.
Voorts wordt verwezen naar de vroege Kalifaten en de hoogdagen van de islamitische beschaving/rijken tussen de 10de en de 12de eeuw (na Christus), die model kunnen staan voor de manier waarop islam en globale samenleving samengaan. “Islam was itself responsible not only for the creation of a world civilization in which people of many different ethnic backgrounds participated, but it played a central role in developing intellectual and cultural life on a scale never seen before”. Een islamitische wereldbeschaving als motor van intellectuele en culturele progressie, gebaseerd op respect en vrede, is opnieuw mogelijk mits een hernieuwd geloof en emancipatie van (buitenlandse) onderdrukking. Want, zo stellen de auteurs, “this tradition of intellectual activity was eclipsed only at the beginning of modern times as a result of the weakening of faith among Muslims combined with external domination”.
- koran vers :
De brontekst verwijst naar volgend vers : "Thus We have appointed you a middle nation, that you may be witnesses upon mankind." (Qur'an 2:143) (zonder vermelding van de gebruikte vertaling). In de Yusuf Ali vertaling luidt het : “Thus we have made of you an ummah justly balanced, that ye might be witnesses over the nations, and the Messenger a witness over yourselves; and We appointed the qiblah to which thou wast used, only to test those who followed the Messenger from those who would turn on their heels (from the Faith). Indeed it was (a change) momentous, except to those guided by Allah. And never would Allah make your faith of no effect. For Allah is to all people most surely full of kindness, Most Merciful.” (Al-Baqarah 2 : 143)

3.Fundamentalism in islamic and western perspectives

- probleem :
Wat is de betekenis van het woord ‘fundamentalisme’, waar komt de term vandaan, en is er wezenlijk verschil tussen een islamitisch en een westers begrip van deze term ?
- mufti :
Enkel omschreven als : groep van mufti’s
- antwoord :
De samenstellers wijzen op de niet-Arabische herkomst van het begrip. Zij beroepen zich op Sheikh ‘Abdel-Khaleq Hasan Ash-Shareef die stelt : “Fundamentalism or Usuliyyah is not originally an Arabic term. It is a foreign one used in referring to people whose (sic) follow the traditional way of thinking. The word ‘fundamentalist’ is used by Western scholars to refer to a Muslim who sticks to the tenets of his faith.” Hierbij wordt gesteld dat het een ideologisch begrip betreft, door het westen aangewend om het islamitisch reveil te discrediteren. In de woorden van Sheikh Yusuf Al-Qaradawi luidt het : “... to alienate people from modern Islamic movements that tend to awaken the Muslim Ummah from its deep slumber, and resuscitates (sic) Islamic thought.” In de ogen van het westen is ‘fundamentalisme’ dan ook een negatieve term, die synoniem staat voor extremisme and radicalisme.
Daartegenover staat dat de term in een islamitische context als positief moet worden gelezen. Het begrip gaat terug op het woord ‘usul’ wat staat voor wortels, basisbeginselen, fundamenten van het geloof, en zich verder vertaalt in aanverwante begrippen als Usul-Uddin (Principes van de Islamitische Theologie) en Usul-al-Fiqh (Principes van de Islamitische Jurisprudentie). ‘Fundamentalisme’ zoals begrepen in een islamitische context slaat dan op de doctrinaire en de praktische pijlers van de geloofsbelijdenis : Allah, de Koran, het Laatste Oordeel, alsook bijvoorbeeld het betalen van zakat, het beoefenen van de ramadan, het dagelijkse gebed en de pelgrimstocht naar Mekka... Binnen dit denkkader is het dan ook een religieuze en morele plicht om als ‘fundamentalist’ door het leven te gaan.
- koran vers :
Ter duiding van het usul concept wordt beroep gedaan op volgend vers : “Seest thou not how Allah coineth a similitude : a goodly saying, as a goodly tree, its root set firm, its branches reaching into heaven.” Dit vers wordt hierbij gesitueerd in Al-Anbiyaa 21 : 24. In de Yusuf Ali vertaling vinden we evenwel volgende tekst op genoemde plaats : “Or have they taken for worship (other) gods besides Him? Say, ‘Bring your convincing proof : this is the Message of those with me and the Message of those before me.’ But most of them know not the Truth, and so turn away.”
Het vers dat verkeerdelijk is toegeschreven aan Al-Anbiyaa is evenwel terug te vinden in Ibrahim 14 : 24, alwaar wordt gesteld : “Seest thou not how Allah sets forth a parable ? – a goodly Word like a goodly tree, whose root is firmly fixed, and its branches (reach) to the heavens – “
- biografie :
Over Sheikh ‘Abdel-Khaleq Hasan Ash-Shareef valt online slechts beperkte biografische informatie te vinden. Islam online maakt melding van het volgende :
“Sheikh `Abdel Khaliq Hasan Ash-Shareef is a prominent Egyptian scholar and Da`iyah. He is one of the descendants of Zayn Al-`Abdeedin ibn Al-Husayn, may Allah be pleased with him. He obtained his MA in Islamic Da`wah from the High Institute of Islamic Da`wah in Riyadh. Amongst his well-reputed works are Al-Hidayyah Ar-Rabbaniyyah Sharh Al-Arba`een An-Nawawiyyah, Fi Wahat Al-Islam, and Min Hayat As-Salihat.”
Over Sheikh Yusuf Al-Qaradawi valt op Wikipedia volgende bio te lezen :
“Qaradawi was born in Egypt, and attended the Al-Azhar Theological Seminary before moving to Qatar. His father died when he was two, and so he was taken care of by his uncle. His parents urged him to either run a grocery store or to become a carpenter. Instead he memorized the entire Qur'an by age ten. Qaradawi followed Hasan al-Banna during his youth and was imprisoned first under the monarchy in 1949, then three times after the publication of Tyrant and the Scholar, poetic Islamic plays expressing a message through theme. Other works such as Fiqh-al-Zakat (Laws of the Obligatory Charity) are Islamic law treatises which go into precise details. He has worked in the Egyptian Ministry of Religious Endowments, been the Dean of the Islamic Department at the Faculties of Shariah and Education in Qatar, and been chairman of the Islamic Scientific Councils of Algerian Universities and Institutions. Qaradawi was a member of the Muslim Brotherhood, and has turned down offers to be the Muslim Brotherhood leader various times. Qaradawi is the head of the European Council for Fatwa and Research.”
BBC voegt er volgende dimensie aan toe :
“Sheikh Yusuf Al-Qaradawi achieved a star status with the emergence of the Qatari satellite channel, Al-Jazeera, several years ago. Thanks to his weekly appearance on the religious phone-in programme Al-Shariaa wa Al-Haya (Islamic Law and Life) he has become a household name for many Arabic-speaking Muslim communities. He is an articulate preacher and a good communicator. The subtext of the programme, and indeed that of Sheikh Al-Qaradawi's responses to all the issues raised throughout the broadcast, is that Islam has an answer to all of life's problems.”

4.Dialogue between civilizations : islamic perspective

- probleem :
Wat vertelt islam over de dialoog tussen culturen en beschavingen ?
- mufti :
Niet nader omschreven
- antwoord :
Het antwoord is gebaseerd op een uitspraak van dr. Muzammil H. Siddiqi, voormalig voorzitter van de Islamic Society of North America, die stelt dat interculturele dialoog niet enkel toegestaan, maar zelfs wenselijk is. Islam poneert de éénheid van de mensheid, en vanuit die gedachte moeten wij allemaal samenwerken om het goede te doen. ‘Dialoog’ wordt dan ingevuld als ‘het overbrengen van de boodschap’ en dat gebeurt op volgende drie mogelijke manieren : da’wah (uitnodiging), tabligh (communicatie, mededeling, overdracht) en jidal billati hiya ahsan (constructieve argumentatie). Aggressie is nooit een optie, behalve in termen van zelfverdediging.
Dr. Siddiqi beroept zich voor deze materie niet op een vers uit de koran, maar op zijn deelname aan het Wereld Economisch Forum in het kader van een bijzondere bijeenkomst in Jordanië, 2003. Het opzet van deze bijeenkomst betrof de bevordering van de interculturele dialoog tussen de islam en het westen, en werd bijgewoond door ongeveer 2000 mensen, waaronder diverse gezagsdragers en belanghebbenden. Uit die bijeenkomst is de zogenaamde C-100 (Raad van 100 Leiders) voortgekomen. De verdere werkzaamheden van de Raad en de stand van zaken in de interculturele dialoog is na te gaan op volgend webadres : http://www.weforum.org/site/homepublic.nsf/Content/West-Islamic+World+Dialogue
- koran vers :
geen verwijzing
- biografie :
De website van de Islamic Society of North America (ISNA) geeft volgende informatie over de voormalige voorzitter van de organisatie :
“Dr. Siddiqi received his BA in Islamic & Arabic Studies from the Islamic University of Medina, Saudi Arabia in 1965. He later went on to complete a degree in Comparative Religion at Harvard University in 1978. Currently, Dr. Siddiqui works as an Educator and Religious Director of the Islamic Society of Orange County where he has served since 1981.
Presently, Dr. Siddiqi is serving as a member of the ISNA Majlis Ash-Shura and the Fiqh Council of North America. He has also served as chairman of the Religious Affairs Committee and has been a member of the Board of Trustees of the National American Islamic Trust (NAIT) for the past six years. As a member of the Executive Board of Majlis al-Shura of Southern California, Dr. Siddiqi has organized and participated in several national and international Islamic conferences on Sirah, Fiqh and Da'wah. Because of his devotion to the preservation of Islam in America, he has organized numerous training programs for Muslim adults and youth. He also lectures on Islam and interfaith dialogue in North America and abroad. Dr. Siddiqi has authored books on Hajj & Umra and Ramadan. He has published many academic papers and articles in encyclopedias and journals as well as his weekly column in Pakistan Link. Since 1982, he has provided Qur'an commentary in a weekly radio program. Dr. Siddiqi served as the president of ISNA from 1996 - 2000. Dr. Siddiqi, originally from India, now resides in Fountain Valley California.”

5.Has western civilization brought any comfort ?

- probleem :
Hoe kijkt islam naar de westerse beschaving ? En is het niet zo dat de het westen ondanks wetenschappelijk en technologisch kunnen te lijden heeft onder spiritueel en moreel verval ? (letterlijk : “the ruins and woes this civilization brought them”, het is onduidelijk waarop deze “ruins and woes” precies slaan).
- mufti :
Yusuf Al-Qaradawi
- antwoord :
De fatwa vangt aan met de vaststelling dat de transformatie van een materialistische naar een morele en spirituele samenleving slechts mogelijk is als men de weg van Allah volgt, als moslims hun eigen traditie en erfenis nieuw leven inblazen, de koran en de sunna volgen om eerst zichzelf en vervolgens de wereld te veranderen.
Verder wordt opgemerkt dat wetenschap inderdaad verbluffende zaken heeft verwezenlijkt, en dat deze allemaal vervat zijn in de schepping : “And He createth that which ye know not” (An-Nahl 16 : 8). Toch biedt het technologisch vernuft slechts lichamelijke bescherming en materiële troost. Spirituele kracht, en gemoedsrust blijven ondermaats. De grond van dit tekort ligt in de absolute vrijheid die het westerse subject heeft verworven, aldus de mufti. Absolute vrijheden bestaan evenwel niet, en de mens is niet de enige heerser over het universum. Hij is slechts een onderdeel van de schepping en als dusdanig onderworpen aan de wetten van de heer. Wie de heer vergeet, gaat tenonder.
Aansluitend verwijst de auteur naar diverse westerse auteurs die zelf ook het spiritueel failliet van de westerse samenleving onderkennen. Zo wordt melding gemaakt van John Dewey (Amerikaans filosoof van het pragmatisme), Arnold Toynbee (Brits historicus), John Steinbeck (Amerikaans auteur), en John Foster Dulles (Amerikaans Minister van Buitenlandse Zaken onder President Dwight D. Eisenhower), en Alexis Carrel (Frans medicus, nobelprijswinnaar 1912). Allen verwijzen zij naar de donkere kanten van de westerse samenleving en doen zij een oproep tot een ethisch en zelfs religieus reveil.
Al-Qaradawi merkt op dat het westen wetenschap altijd in oppositie heeft gezet tot religie, terwijl het zonneklaar is dat het universum een goddelijke schepping is. Hij beroept zich hiervoor op het vers : “He said : Our Lord is He Who gave to each (created) thing its form and nature, and further, gave (it) guidance.” (Ta Ha 20 : 50) (Yusuf Ali vertaling).
De fatwa sluit af met de beschouwing dat de westerse wetenschap zowel positieve als negatieve zaken heeft voortgebracht. Wereldoorlogen 1 en 2, alsmede de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki tonen welke vernietigende kracht de westerse wetenschap kan ontketenen. “How can we say, after all this, that the West is still able to grant happiness to the world. How to expect those who are shallow from within to be saviors ? How to think that those who are wretched will give happiness to us ? Indeed, those who have nothing can give nothing.”
- koran vers :
“And He createth that which ye know not” (An-Nahl 16 : 8). In de Yusuf Ali vertaling luidt het volledige vers : “And (He has created) horses, mules, and donkeys, for you to ride and use for show; and He has created (other) things of which ye have no knowledge.”
Het andere vers waarop Qaradawi zich beroept, luidt : “He said : Our Lord is He Who gave to each (created) thing its form and nature, and further, gave (it) guidance.” (Ta Ha 20 : 50)
- biografie :
zie hoger

6.Commentaar
Bovenstaand staal van fatwa’s over de relaties tussen islam en het westen zet aan tot volgende observaties :
- ten eerste valt op dat de omgang met de koran op z’n minst ambigu mag genoemd worden. De tekst wordt enerzijds gepresenteerd als absoluut onweerlegbaar. Als dusdanig dient hij als legitimatie van en spiegel voor het handelen van de goede moslim. Tegelijk echter springen de mufti’s uitermate onzorgvuldig om met de heilige bron. Verzen worden aan verkeerde surah toegeschreven, of slechts half gereciteerd, wat de vraag oproept hoe ‘liberaal’ en ‘functionalistisch’ het basisdocument eigenlijk kan worden aangewend ? Eén en ander neigt naar ideologische particularismen die lijnrecht indruisen tegen het universeel goddelijke gehalte van de boodschap.
- ten tweede manifesteert zich een zekere mate van occidentalisme in het denken dat uit deze fatwa’s spreekt, ondanks het feit dat de mufti’s in kwestie diverse posities op een relatief breed ideologisch spectrum innemen (Siddiqi vs Al-Qaradawi bijvoorbeeld). Het mentale construct waarin het westen exclusief optreedt als een materialistische, decadente, niets-ontziende kolonisator en onderdrukker, is het vertrekpunt in vier van de vijf gepresenteerde fatwa’s. Dergelijk construct is ideologisch bijzonder interessant : als het westen een offensieve pool is, neemt islam per definitie de defensieve positie in, wat meteen de overtuiging faciliteert dat een militante islam de enige juiste is. Enkel Dr. Siddiqi lijkt hierop een uitzondering te vormen. Het valt op dat hij zich voor zijn uitspraken niet baseert op een vers uit de koran, maar op het progressieve idee van een institutionele dialoog.
- ten derde biedt de fatwa van Al-Qaradawi over de morele verdienste van de westerse beschaving een levendige illustratie van het retorisch vernuft waarmee sommige gezaghebbende figuren hun ideologische posities aanprijzen. Het is hier niet de plaats voor retorische analyse en ontleding van de tekstarchitectuur. Wel wil ik wijzen op de vrijheden die de mufti zich veroorlooft inzake compressie van historische feiten, afwisseling van objectief en subjectief betoog, subtiele versmelting van moderniteit (citaten uit een westerse teksttraditie) en absolutisme (koran als tautologie)... De uitholling van semantische kaders die hieruit resulteert, suggereert dat de zogenaamde interculturele dialoog het acute gevaar loopt een dovemansgesprek te blijven.
- tot slot wil ik wijzen op een ondertoon die doorheen elk van deze fatwa’s loopt, en die verband houdt met de uitgangspositie die deze publieke figuren menen te moeten innemen in relatie tot het westen. De begrippen ‘vrede’, ‘begrip’ en ‘respect’ zijn in bovenstaande fatwa’s telkenmale relatief gesteld aan de houdng van de ‘ander’. ‘Vrede’ op ‘voorwaarde’ dat, ‘begrip’ slechts ‘als’... Dit conditioneel predicaat wijst op het realisme waarmee de moslimwereld de globale samenleving betreedt : “si vis pacem, para bellum” ofwel “wie vrede wil, bereidt zich voor op oorlog”. Dat zich hieruit makkelijk een self-fulfilling prophecy kan voltrekken, is schrale troost...

iPod Utopia (NL)

first published : http://www.rektoverso.be/ (january/february 06)

… dus kwam ik thuis met een iPod ‘nano’. Een glimmend zwart plaatje, weinig groter dan een bankkaart, met een helder design, en een sound zo indringend als een Tequila slammer. Opslag voor enkele honderden nummers – iets minder voor de liefhebbers van Pink Floyd misschien – en dat alles zonder batterij. Tenminste, wèl met een batterij, maar niets om je zorgen over te maken: ergens in de infinitisimale oneindigheid van het toestel, laadt ‘iets’ (een stukje van de ziel van Apple-baas Steve Jobs zelve misschien?) zichzelf discreet op terwijl je muziek overzet. Het kan niet anders of een mens met smaak wordt daar even stil van.


De iPod is echter meer dan het nec plus ultra van stijl en vernuft. Wie het draagt, wordt ook lid van een sociale club met veel schoon volk en verwerft zelf eeuwige jeugd. Lang voor ik tot kopen overging, was mijn blik al gestrikt door de promobeelden: witte silhouetten van lekkere lijven in dansante, uitdagende poses ... het soort beelden dat je een oneindig feest belooft. Dat is behoorlijk onweerstaanbaar, zeker voor een man op mijn leeftijd, die dagelijks lome, grijze momenten in de tram moet zien door te komen. Natuurlijk, discmans, mp3-spelers en de zwaardere iPods dragen ook de suggestie in zich van een buitenwereld op non-stop beat gezet. Maar geen van die toestellen benadert ook maar van verre de verfijnde elegantie van de ‘nano’. Niks ordinaire Red Bull; dit apparaat ademt champagne en kaviaar, en voor wie in de juiste kringen vertoeft, af en toe een lijn coke op zilveren dienblad. En dan die sensuele controle! Eén nonchalante duim doet alles. Een zachte, haast verboden streel over de centrale bedieningsschijf en je swingt tussen de menu’s door, stipt volumes aan en shufflet door je playlist. Tuxedo chic om drie uur ‘s morgens ... de Fred Astaire in mij is helemaal op temperatuur gebracht ... En met hem nog een hele schare van mijn multipele persoonlijkheden trouwens, die allemaal iets anders willen. Dit toestel is dan ook alles wat een mens met een chronische identiteitscrisis nodig heeft. Het is jong, hip, stevig, resistent, eenvoudig en discreet tegelijk. Je duwt die oortjes in je schelpen en de omgeving neemt de kleur en de vorm aan van de mood van de dag. De nano is dan ook veel meer dan een eenvoudige walkman voor yups; het is zowaar een realtime virtual-reality-generator, waar geen Silicon Graphics tegen op kan. Waarom naar de cinema gaan, als we de beelden bij onze soundtrack rechtstreeks van de straat kunnen plukken, als we naar believen realiteiten uit onze broekzak kunnen draaien? Sceptici vragen zich zonder twijfel af hoe het allemaal verder moet, met zo’n op toon gezette werkelijkheid. Bestaat het gevaar dan niet dat we in onze eigen videoclip gaan leven? Dat we ons niet langer zullen bezighouden met onze medemens, behalve dan als stijlobject in de scenografie van onze mentale luchtbel? Dat we ons terugtrekken in onze imaginaire, zelfbetrokken cocon, mét soundtrack? En wie écht wanhopig is, durft zelfs te vrezen voor de teloorgang van de democratie en de civiele samenleving. Zo’n vaart hoeft het in elk geval niet te lopen. Het kind had tenslotte gelijk toen het uitriep: ‘Papa, het bos ruikt naar shampoo!’ (uit het gelijknamige video-essay van de Nederlandse kunstenaar Koert Van Mensvoort, zie www.koert.com).

Viva consumptie, dus, want aan realiteiten geen gebrek. Zelfs het uitgestreken ernstige werk vindt op de iPod onderdak. Zo bieden veel radioprogramma’s en nieuwsuitzendingen zichzelf opnieuw aan als ‘podcast’ (i.e. de mogelijkheid tot herbeluisteren van radio-uitzendingen op het iPod platform). Je iPod inpluggen op de url van de gewenste uitzending, en huppakee, je bestandsbibliotheek update zich automatisch met de meest recente aflevering, klaar om onderweg beluisterd te worden. Er bestaat een uitgebreide verzameling van podcasters, die ongeveer net zo divers en geschakeerd moet zijn als de vroegere newsgroups of de blog-communities van tegenwoordig. Zelfs het eerbiedwaardige instituut Stanford University biedt z’n lessen en lezingen aan als podcast. Informatie is kennis en kennis is macht. Voor de eenentwintigste-eeuwse homo economicus moet dit toestelletje een godsgeschenk zijn. Tegelijk informatie op pijl houden én in beweging blijven. Van hot naar haar, en van helemaal onderaan tot helemaal naar de top van de maatschappelijke ladder ... zolang we onszelf maar een wortel voor de neus binden en in beweging blijven. En daar ligt natuurlijk de ware finesse van dit toestel. De symbolische sjablonen en de ‘content’ waarmee we ons consumptiegedrag rationaliseren, zijn slechts sluiers rond een ideologie van succes. Bij nader inzien lijkt dat succesverhaal dan ook verdacht sterk op de levensloop van de Apple-baas zelf. Steve Jobs, de meester-maarschalk in het strijdperk van het digitaal ondernemen, heeft met z’n iPod- annex iTunes- software duidelijk gemaakt dat een markt voor online entertainment wel degelijk haalbaar én winstgevend is, ondanks alle bleiters. De media-consortia die schreeuw(d)en over piraterij en broodroof zijn zonder veel omzien noch genade het zwijgen opgelegd, tot achtervolgen veroordeeld, door de iPod/iTunes tandem van Jobs. Zijn superieure zakeninstinct werd opnieuw bewezen – voor de zoveelste keer. Ligt het dan niet voor de hand dat ook zijn wereldbeeld, zijn maatschappijvisie, zijn utopie zich zal voltrekken? Jobs heeft zijn eigen goddelijke genade verpakt in een object dat eenvoudige stervelingen als u en ik kunnen verwerven. Daarmee klimmen wij een trapje hoger in de symbolische orde, en geven we tegelijk te kennen dat we niet zullen stoppen vooraleer we de top bereikt hebben. Of hoe het materiële succes van één product de basis kan zijn voor een totale, ideologische overwinning.

Wie zichzelf op weg naar de top verloren is, vindt bij Apple zeker genoeg schoon volk ter vervanging: WMD-resistente hybriden, forever wirelessly wired terwijl ze van vitaminencocktails nippen aan de bar van The Grand In Between. Er wordt gefluisterd dat Apple zich in de toekomst ook zal inlaten met mobiele telefonie. Het ligt voor de hand, want zoals het worldwide dating-bureau je zal vertellen: het juwelenkistje van je toekomstige bevat nog slechts één BlackBerry organiser/phone, één usb-stick 45 Gb, één iPod en een zilveren halssnoer. Alles mobiel, alles in beweging. Wat de bewoners van Jobs’ Utopia nodig hebben, is geen geborgenheid, maar jouw vette portemonnee en immens veel vastgoed ergens aan de oevers van Le Lac Binaire in een rustig hoekje van cyberspace, waar ze samen en in alle schoonheid hun religie van de mobiliteit kunnen belijden.

De mobiele utopie kan echter niet bestaan zonder een aanzienlijke virtuele thuisbasis: een computer met maximale opslagcapaciteit en rekenkracht, voor het stockeren en vooral het beheer van al je data. Zelfs de eenvoudigste playlist van je iPod heeft z’n materiële fundament in een folder op de harde schijf ... Het mag dan voor elk van ons zwemmen of verzuipen zijn in een globale ‘flow’-maatschappij, waarin geldstromen, arbeidscircuits en distributienetwerken worden onttrokken aan nationale controle en overgeheveld worden naar een multinationaal en dus ongrijpbaar speelveld, een dergelijke netwerksamenleving kan slechts bestaan bij gratie van enkele cruciale fysieke ankerpunten. Zo wijst sociologe Saskia Sassen er bijvoorbeeld op dat, ondanks de retoriek van ‘wereldwijde kapitaalsstromen’ het grootste deel van die centen nooit het eiland Manhattan verlaat. Zelfs Frank Sinatra wist het, maar durfde het niet te zeggen: ‘If you can’t make it there, you’re a loser everywhere ...’ Ik kijk naar die glimmende iPod voor mij, en het gevoel bekruipt me dat ik recht in een aanzuigend zwart gat zit te staren. Geen wereldbeeld ontsnapt eraan ... er lijkt geen ander denken meer mogelijk dan het denken dat zich plooit naar de mallen van de ideoloog-entrepreneur. Hij verlokt ons met een illusie van vrijheid en zuiverheid maar kneedt en ketent intussen onze ziel.

Ik denk dat meneer Jobs, alleen in zijn zaterdags bad zonder schuim, luisterend naar ofwel het geflirt van dolfijnen, of naar 10 minuten uit ‘Star Spangled Banner’ van Jimi Hendrix op repeat (daar ben ik nog niet helemaal uit), zich de wereld voorstelt als een lappendeken van safari-parken en bio-boerderijen, doorspekt met landingsstroken en luxe-hotels, alwaar wij, mobiele mensen, des avonds komen opladen, bijtanken, oplappen en bijsturen. We wachten op iemand die nog niet is aangekomen of alweer weg is. We laden onze homevideo’s op onze webpagina’s en we checken de berichten ...

(ditditdit dahdahdah ditditdit)