New Media in Belgium : interview in Etcetera (part 2)(NL)
and here is part 2 of the same interview :
En daar zijn geen uitzonderingen op?
De Pauw: In het artistieke milieu zijn er enkele individuen die de massa overstijgen. Maar hun artistieke inhoud wortelt dan weer zeer sterk in de jaren zestig. In het beste geval duiken er verwijzingen op naar Cage, actionpainting, op- en popart. Pas op, die mensen kunnen me in extase brengen. Maar dat ligt veeleer aan mij dan aan de kwaliteiten van het werk zelf. De evolutie van de nieuwe mediakunstenaar is overigens vaak minimaal. Wanneer ik jaren na datum een 'work in progress' opnieuw zie, is er vaak bitter weinig veranderd. Vaak beperkte de artiest zich bij een ander schermkleurtje voor zijn presentatie; een ander decor voor dezelfde inhoud. De mogelijkheden die hedendaagse software en het internet bieden zijn zondermeer fascinerend. Maar het stoot me tegen de borst dat er horden artiesten circuleren die het begrijpen, beheersen of omvormen van een softwarepakket als een kunstwerk op zich presenteren. Ook het feit dat een database openstaat op het net wordt op nieuwe mediafestivals (zoalsTransmediale (Berlijn), Ars Electronica (Linz) of DEAF (Rotterdam), IS) als een kunstwerk gepresenteerd. Het werk zou de technische gimmick kunnen en moeten overstijgen, maar inhoud is er helaas vaak niet.
de la Casinière: Ik ben het daar mee eens, maar wil dat nuanceren.Misschien zien we het beide verkeerd. De grote poëten van vandaag zijn misschien wel de ontwikkelaars en programmeurs van software. In ieder geval distantiëren ze zich technisch gesproken van ons, de passieve gebruikers. Opnieuw: we bevinden ons in een vreemd tijdsgewricht dat tot ongemak en tot artistieke ontevredenheid leidt. We hebben vooral veel geduld nodig.
De Pauw: Die programmeurs situeren zich vooral in de privésector. In de gemeenschap vind ik het gebruik van technologie veel interessanter dan in de kunsten. Het is voor iedereen heel normaal dat we dagelijks de nieuwe media gebruiken. Ook het onderzoek binnen de industrie gaat veel sneller dan dat van de artiesten. De nieuwe wereld waarover de artiesten nog steeds praten, ligt al meer dan vijf jaar achter ons.
Kan de privésector een infuus bieden aan de artiesten door hen bijvoorbeeldfinancieel te ondersteunen?
De Pauw: Sponsoring voor artiesten vanuit de industrie zoals dat het geval was als in de tijd van de televisie, vindt niet plaats. De industrie is veeleer geïnteresseerd om netwerken op te zetten in weinig bedekte gebieden zoals Afrika dan in wat er op artistiek vlak gebeurt. Voor commerciële projecten, genre technoparty met projecties, interactieve snufjes en robots, kan je dan weer wel sponsors scoren. Subsidies zijn interessanter voor artiesten. In België kunnen ze ondersteuning vinden bij diverse organisaties zoals in Vlaanderen bij het Vlaams Audiovisueel Fonds en bij het Experimenteel Jeugdwerk. Met die verschillende kleine giften kunnen ze een budget bij elkaar scharrelen.
Heeft België nood aan een overkoepelend initiatief voor nieuwe mediakunsten?
De Pauw: Liever niet. Instituten zoals het Zentrum für Kunst und Medientechnologie in Karlsruhe monopoliseren zowel de productie als het discours. Maar voor de ondersteuning van de Belgische artiesten zou het wellicht praktischer zijn.
de la Casinière: We bevinden ons op een paar uur van Londen, Parijs en Amsterdam. Ik vind niet dat we een gelijkwaardige kunsttempel nodig hebben.
Tot slot. Wat vinden jullie van de nieuwe media-experimenten in de podiumkunsten?
De Pauw: Misschien volg ik dat te weinig om daarover een uitspraak te doen, maar in mijn ogen wordt er vooral functioneel mee omgegaan. Het komt neer op extensies van het lichaam: met sensoren, wireless technology enzovoort worden de functies ervan vermenigvuldigd.
de la Casinière: Performers gebruiken die technieken en geven er metaforische invullingen aan.
De Pauw: Dat heb ik zelden gezien. Vaak vervangt de technologie de klassieke licht- en geluidstechnicus. Dat biedt de danser meer controle overde techniek, het schenkt hem autarkie.
de la Casinière: Als het op nieuwe media aankomt, lijk ik wel van een andere planeet te komen. En hoewel ik in mijn eigen werk zelfs geen video meer gebruik - ik produceer vandaag manuscripten zoals in de middeleeuwen - acht ik het mogelijk er ooit zelf mee te gaan werken. Het blijft mij persoonlijk fascineren hoe snel de technologie vooruit gaat.
Bio's : Jan De Pauw (°1966) maakt deel uit van een internationaal netwerk dat naar de naam Dorkbot luistert. Varend onder de titel "people doing strange things with electricity", doet het netwerk onderzoek naar de inzetbaarheid voor de nieuwe media binnen de kunsten en de verbanden die er bestaan tussenkunst, wetenschap en de privésector. De op dit moment 25 met elkaarverbonden organisaties zijn over de wereld verspreid onder meer in NewYork, Linz, Melbourne, Mumbai, Barcelona, Mexico City en Tokyo en leggen elk hun eigen accenten. Voor Jan de Pauw, die in het GentseNieuwpoorttheater/ De Visserij maandelijks een Dorkbot organiseert, ligt dat accent op vertoon. Maandelijks treden verschillende lokale, nationale en internationale artiesten aan om hun werk te presenteren. Ruimte voor discours reserveert hij ook: met elke aflevering treedt een criticus, professor, kunstenaar of andere specialist ter zake aan om een in het veld relevant onderwerp (tactiele media, interactiviteit) uit te spitten. Dorkbot is niet gecureerd, eerder wil De Pauw aan 'mapping' doen en de kunstenaars een podium bieden. Daarnaast doceert de cultuurfilosoof De Pauw cultuurgeschiedenis en nieuwe media aan het Brusselse R.I.T.S. en is bij radio Klara als criticus actief.
Joëlle de La Casinière (°1944) woont teruggetrokken op een woonboot die zich op een rivier temidden in een bos in het Waalse Beloeil bevindt. In de jaren tachtig maakte ze een reeks revolutionaire videowerken voor de Belgische(RTBF) en Franse televisie (FR3) die verschillende vectoren van het medium deconstrueerden. In haar ironische werken reflecteerde ze over de beeldtaal van de televisie en de sociale implicaties van dat medium. Daarvoor wendde ze alle state of the art technieken van indertijd aan. Video, computer met diens mogelijkheden naar digitale montage en elektronische muziek toe en andere 'nieuwe media' van weleer werden uitgebuit en onderzocht. Samen met het door haar opgerichte Montfaucon Research Center, een netwerk van kunstenaars uit verschillende disciplines, leverde de la Casinière 'Gesamtkunstwerken' die verschillende beeldlagen, muziek, gesproken, geschreven en gezongen taal op een theatrale manier alle semiotische systemen die televisie gebruikte combineerden. Vandaag houdt ze zich voornamelijk bezig met werken op papier grafiek, tekeningen en manuscripten. De in Frankrijk geboren 'plastische poëte' wendt de huidige nieuwe media aan "om zich met de wereld te verbinden zonder daarbij eenverkoudheid op te lopen".
www.argosarts.org/catalogue.do?bio=82
En daar zijn geen uitzonderingen op?
De Pauw: In het artistieke milieu zijn er enkele individuen die de massa overstijgen. Maar hun artistieke inhoud wortelt dan weer zeer sterk in de jaren zestig. In het beste geval duiken er verwijzingen op naar Cage, actionpainting, op- en popart. Pas op, die mensen kunnen me in extase brengen. Maar dat ligt veeleer aan mij dan aan de kwaliteiten van het werk zelf. De evolutie van de nieuwe mediakunstenaar is overigens vaak minimaal. Wanneer ik jaren na datum een 'work in progress' opnieuw zie, is er vaak bitter weinig veranderd. Vaak beperkte de artiest zich bij een ander schermkleurtje voor zijn presentatie; een ander decor voor dezelfde inhoud. De mogelijkheden die hedendaagse software en het internet bieden zijn zondermeer fascinerend. Maar het stoot me tegen de borst dat er horden artiesten circuleren die het begrijpen, beheersen of omvormen van een softwarepakket als een kunstwerk op zich presenteren. Ook het feit dat een database openstaat op het net wordt op nieuwe mediafestivals (zoalsTransmediale (Berlijn), Ars Electronica (Linz) of DEAF (Rotterdam), IS) als een kunstwerk gepresenteerd. Het werk zou de technische gimmick kunnen en moeten overstijgen, maar inhoud is er helaas vaak niet.
de la Casinière: Ik ben het daar mee eens, maar wil dat nuanceren.Misschien zien we het beide verkeerd. De grote poëten van vandaag zijn misschien wel de ontwikkelaars en programmeurs van software. In ieder geval distantiëren ze zich technisch gesproken van ons, de passieve gebruikers. Opnieuw: we bevinden ons in een vreemd tijdsgewricht dat tot ongemak en tot artistieke ontevredenheid leidt. We hebben vooral veel geduld nodig.
De Pauw: Die programmeurs situeren zich vooral in de privésector. In de gemeenschap vind ik het gebruik van technologie veel interessanter dan in de kunsten. Het is voor iedereen heel normaal dat we dagelijks de nieuwe media gebruiken. Ook het onderzoek binnen de industrie gaat veel sneller dan dat van de artiesten. De nieuwe wereld waarover de artiesten nog steeds praten, ligt al meer dan vijf jaar achter ons.
Kan de privésector een infuus bieden aan de artiesten door hen bijvoorbeeldfinancieel te ondersteunen?
De Pauw: Sponsoring voor artiesten vanuit de industrie zoals dat het geval was als in de tijd van de televisie, vindt niet plaats. De industrie is veeleer geïnteresseerd om netwerken op te zetten in weinig bedekte gebieden zoals Afrika dan in wat er op artistiek vlak gebeurt. Voor commerciële projecten, genre technoparty met projecties, interactieve snufjes en robots, kan je dan weer wel sponsors scoren. Subsidies zijn interessanter voor artiesten. In België kunnen ze ondersteuning vinden bij diverse organisaties zoals in Vlaanderen bij het Vlaams Audiovisueel Fonds en bij het Experimenteel Jeugdwerk. Met die verschillende kleine giften kunnen ze een budget bij elkaar scharrelen.
Heeft België nood aan een overkoepelend initiatief voor nieuwe mediakunsten?
De Pauw: Liever niet. Instituten zoals het Zentrum für Kunst und Medientechnologie in Karlsruhe monopoliseren zowel de productie als het discours. Maar voor de ondersteuning van de Belgische artiesten zou het wellicht praktischer zijn.
de la Casinière: We bevinden ons op een paar uur van Londen, Parijs en Amsterdam. Ik vind niet dat we een gelijkwaardige kunsttempel nodig hebben.
Tot slot. Wat vinden jullie van de nieuwe media-experimenten in de podiumkunsten?
De Pauw: Misschien volg ik dat te weinig om daarover een uitspraak te doen, maar in mijn ogen wordt er vooral functioneel mee omgegaan. Het komt neer op extensies van het lichaam: met sensoren, wireless technology enzovoort worden de functies ervan vermenigvuldigd.
de la Casinière: Performers gebruiken die technieken en geven er metaforische invullingen aan.
De Pauw: Dat heb ik zelden gezien. Vaak vervangt de technologie de klassieke licht- en geluidstechnicus. Dat biedt de danser meer controle overde techniek, het schenkt hem autarkie.
de la Casinière: Als het op nieuwe media aankomt, lijk ik wel van een andere planeet te komen. En hoewel ik in mijn eigen werk zelfs geen video meer gebruik - ik produceer vandaag manuscripten zoals in de middeleeuwen - acht ik het mogelijk er ooit zelf mee te gaan werken. Het blijft mij persoonlijk fascineren hoe snel de technologie vooruit gaat.
Bio's : Jan De Pauw (°1966) maakt deel uit van een internationaal netwerk dat naar de naam Dorkbot luistert. Varend onder de titel "people doing strange things with electricity", doet het netwerk onderzoek naar de inzetbaarheid voor de nieuwe media binnen de kunsten en de verbanden die er bestaan tussenkunst, wetenschap en de privésector. De op dit moment 25 met elkaarverbonden organisaties zijn over de wereld verspreid onder meer in NewYork, Linz, Melbourne, Mumbai, Barcelona, Mexico City en Tokyo en leggen elk hun eigen accenten. Voor Jan de Pauw, die in het GentseNieuwpoorttheater/ De Visserij maandelijks een Dorkbot organiseert, ligt dat accent op vertoon. Maandelijks treden verschillende lokale, nationale en internationale artiesten aan om hun werk te presenteren. Ruimte voor discours reserveert hij ook: met elke aflevering treedt een criticus, professor, kunstenaar of andere specialist ter zake aan om een in het veld relevant onderwerp (tactiele media, interactiviteit) uit te spitten. Dorkbot is niet gecureerd, eerder wil De Pauw aan 'mapping' doen en de kunstenaars een podium bieden. Daarnaast doceert de cultuurfilosoof De Pauw cultuurgeschiedenis en nieuwe media aan het Brusselse R.I.T.S. en is bij radio Klara als criticus actief.
Joëlle de La Casinière (°1944) woont teruggetrokken op een woonboot die zich op een rivier temidden in een bos in het Waalse Beloeil bevindt. In de jaren tachtig maakte ze een reeks revolutionaire videowerken voor de Belgische(RTBF) en Franse televisie (FR3) die verschillende vectoren van het medium deconstrueerden. In haar ironische werken reflecteerde ze over de beeldtaal van de televisie en de sociale implicaties van dat medium. Daarvoor wendde ze alle state of the art technieken van indertijd aan. Video, computer met diens mogelijkheden naar digitale montage en elektronische muziek toe en andere 'nieuwe media' van weleer werden uitgebuit en onderzocht. Samen met het door haar opgerichte Montfaucon Research Center, een netwerk van kunstenaars uit verschillende disciplines, leverde de la Casinière 'Gesamtkunstwerken' die verschillende beeldlagen, muziek, gesproken, geschreven en gezongen taal op een theatrale manier alle semiotische systemen die televisie gebruikte combineerden. Vandaag houdt ze zich voornamelijk bezig met werken op papier grafiek, tekeningen en manuscripten. De in Frankrijk geboren 'plastische poëte' wendt de huidige nieuwe media aan "om zich met de wereld te verbinden zonder daarbij eenverkoudheid op te lopen".
www.argosarts.org/catalogue.do?bio=82
0 Comments:
Post a Comment
<< Home