De lokroep van het essentialisme ?
Henk De Smaele, docent geschiedenis van de islam aan de Universiteit Antwerpen, gooit zich in het debat ontketend door het intussen beruchte opiniestuk van Barnard en van Istendael. Hij vindt dat zij, en ikzelf, intellectueel oneerlijk zijn omdat we het wezen van de islam bevragen. Als een inderdaad volleerde "postmoderne relativist" (of is het gewoon 'historicus' ?) betwijfelt hij of de islam ook maar één "transhistorische essentie" heeft.
Misschien kan ik de man een paar voetnoten aan de hand doen voor zijn cursus.
Als we 't erover eens zijn dat "transhistorische essentie" mag begrepen worden als "een doorheen de tijd onveranderlijk wezenskenmerk", dan is er vooreerst het feit dat de islam geboekstaafd staat - sinds de 7de eeuw - in de klassiek Arabische taal. Elke vertaling daarvan geldt als een oneigenlijk afschrift, en kan hooguit gezien worden als interpretatie van het onveranderlijke woord van God. Bovendien wordt de Koran in madrassas wereldwijd gememoriseerd en opgedreund in het Arabisch, ongeacht de taal van de moslim in kwestie.
Een andere eeuwige onveranderlijkheid is het feit dat de Koran niet zomaar in mensentaal is gesteld, maar in de taal van God. De Koran IS het woord van God, en staat als dusdanig buiten de tijd en buiten de gemeenschap.
Onveranderlijk, versteend en voor velen onverstaanbaar Arabisch, men kan zich voorstellen tot welk een Babylonische chaos dat aanleiding geeft.. Het is precies die 'multitude' van interpretaties en implementaties waarop de postmoderne relativisten zich volgens de letter van Derrida blindstaren...
Een andere belangrijk aspect schuilt in het feit dat niet zozeer de orthodoxie van tel is, dan wel de orthopraxie, de correcte applicatie van de leerstelling in het dagelijkse socio-politieke leven. Met andere woorden, dat er 'interpretaties' zijn van de leer, is in wezen minder belangrijk dan het feit dat elk van deze interpretaties van de aanhangers een onverkorte toepassing eist in de socio-politieke ruimte, en daartoe een complex stel aan leefregels, do's en don'ts ontwikkelt waartegen de praktijk ten allen tijde en in alle aspecten wordt afgewogen. Getuige daarvan de vele fatwa's die worden uitgesproken door de meest uiteenlopende zelfverklaarde autoriteiten, heel vaak ook online. (Voor de fijnproevers, zie bijvoorbeeld Fatwa-Online ). Het is verbazend dat De Smaele deze meta-beschouwing niet maakt. Maar dat is wel vaker een probleem : naarmate de horizon breder wordt, slaat de bijziendheid harder toe...
Bovendien, omtrent intellectuele oneerlijkheid, wil ik toch wijzen op het blijkbaar goddelijke vermogen van de 'contextualisten' om zonder enige moeite de 'slechte islam' te brandmerken als 'niet de goede'. Als er geen ijkpunt is, hoe doet men dat dan ? Hoe onderscheidt men het juiste van het verkeerde ? Misschien doet De Smaele, en met hem zijn volgelingen, er goed aan Ramadan te herlezen, die in de inleiding van zijn boek 'Westerse moslims en de toekomst van de islam' aangeeft : "Uitgaande van de boodschap van de islam en van zijn universele beginselen ben ik op zoek gegaan naar middelen die ons in staat stellen van binnenuit een hervormings- en integratiebeweging voor nieuwe leefmilieus in gang te zetten". (p.19). Ook voor hem is er dus blijkbaar een kern die moet gevrijwaard worden. Evenzo voor Meddeb, en de meeste andere 'hervormers' die ik ken, of ze nu uit salafistische, of liberalistische hoek komen.
De volgehouden ontkenning van een essentie speelt in het voordeel van de radicale krachten. Als men blijft weigeren om te bepalen wat wèl en wat niet tot de erfenis van de islam behoort, weigert men de criteria waarop de moslimgemeenschap haar eigen ontspoorde elementen kan terechtwijzen, weigert men die moslimgemeenschap zelfs de woorden en de begrippen om zich nog maar uit te drukken, weigert men die gemeenschap een identiteit en een platform. En waartoe dergelijke armoede kan voeren, dat zien we momenteel volop in de diaspora.
Aan weldenkend links : het is niet omdat men schrik heeft van God, dat men de duivel moet ontkennen.
Misschien kan ik de man een paar voetnoten aan de hand doen voor zijn cursus.
Als we 't erover eens zijn dat "transhistorische essentie" mag begrepen worden als "een doorheen de tijd onveranderlijk wezenskenmerk", dan is er vooreerst het feit dat de islam geboekstaafd staat - sinds de 7de eeuw - in de klassiek Arabische taal. Elke vertaling daarvan geldt als een oneigenlijk afschrift, en kan hooguit gezien worden als interpretatie van het onveranderlijke woord van God. Bovendien wordt de Koran in madrassas wereldwijd gememoriseerd en opgedreund in het Arabisch, ongeacht de taal van de moslim in kwestie.
Een andere eeuwige onveranderlijkheid is het feit dat de Koran niet zomaar in mensentaal is gesteld, maar in de taal van God. De Koran IS het woord van God, en staat als dusdanig buiten de tijd en buiten de gemeenschap.
Onveranderlijk, versteend en voor velen onverstaanbaar Arabisch, men kan zich voorstellen tot welk een Babylonische chaos dat aanleiding geeft.. Het is precies die 'multitude' van interpretaties en implementaties waarop de postmoderne relativisten zich volgens de letter van Derrida blindstaren...
Een andere belangrijk aspect schuilt in het feit dat niet zozeer de orthodoxie van tel is, dan wel de orthopraxie, de correcte applicatie van de leerstelling in het dagelijkse socio-politieke leven. Met andere woorden, dat er 'interpretaties' zijn van de leer, is in wezen minder belangrijk dan het feit dat elk van deze interpretaties van de aanhangers een onverkorte toepassing eist in de socio-politieke ruimte, en daartoe een complex stel aan leefregels, do's en don'ts ontwikkelt waartegen de praktijk ten allen tijde en in alle aspecten wordt afgewogen. Getuige daarvan de vele fatwa's die worden uitgesproken door de meest uiteenlopende zelfverklaarde autoriteiten, heel vaak ook online. (Voor de fijnproevers, zie bijvoorbeeld Fatwa-Online ). Het is verbazend dat De Smaele deze meta-beschouwing niet maakt. Maar dat is wel vaker een probleem : naarmate de horizon breder wordt, slaat de bijziendheid harder toe...
Bovendien, omtrent intellectuele oneerlijkheid, wil ik toch wijzen op het blijkbaar goddelijke vermogen van de 'contextualisten' om zonder enige moeite de 'slechte islam' te brandmerken als 'niet de goede'. Als er geen ijkpunt is, hoe doet men dat dan ? Hoe onderscheidt men het juiste van het verkeerde ? Misschien doet De Smaele, en met hem zijn volgelingen, er goed aan Ramadan te herlezen, die in de inleiding van zijn boek 'Westerse moslims en de toekomst van de islam' aangeeft : "Uitgaande van de boodschap van de islam en van zijn universele beginselen ben ik op zoek gegaan naar middelen die ons in staat stellen van binnenuit een hervormings- en integratiebeweging voor nieuwe leefmilieus in gang te zetten". (p.19). Ook voor hem is er dus blijkbaar een kern die moet gevrijwaard worden. Evenzo voor Meddeb, en de meeste andere 'hervormers' die ik ken, of ze nu uit salafistische, of liberalistische hoek komen.
De volgehouden ontkenning van een essentie speelt in het voordeel van de radicale krachten. Als men blijft weigeren om te bepalen wat wèl en wat niet tot de erfenis van de islam behoort, weigert men de criteria waarop de moslimgemeenschap haar eigen ontspoorde elementen kan terechtwijzen, weigert men die moslimgemeenschap zelfs de woorden en de begrippen om zich nog maar uit te drukken, weigert men die gemeenschap een identiteit en een platform. En waartoe dergelijke armoede kan voeren, dat zien we momenteel volop in de diaspora.
Aan weldenkend links : het is niet omdat men schrik heeft van God, dat men de duivel moet ontkennen.
Labels: barnard, contextualisme, essentialisme, islam, koran, moslim, Ramadan, salafisme, van istendael
0 Comments:
Post a Comment
<< Home